logo stomaatje alles over stomas

De geschiedenis van de urostoma

Het eerste verslag van het omleiden van de urine waarbij gebruik wordt gemaakt van de darmen is uit 1851, door Simon bij een kind met een aangeboren afwijking. Helaas overleed het kind later. Eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw waren operaties met het gebruik van darmen door het gebrek aan antibiotica zeer riskant in verband met buikvliesontsteking.

 

Appendicostoma

Verhoogen en de Grauwe ontwierpen in 1909 een vervangende blaas van de blindedarm en creëerden zo een appendicostoma wat te vergelijken was met de urostoma uit de jaren ’80.

 

Coffey

In 1911 bedacht de Amerikaan Robert Coffey (1869-1933) een techniek waarbij de urineleiders in de endeldarm werden gebracht. Hierdoor werden de urine en ontlasting samen afgevoerd. Een nadeel hiervan was dat je constant aan de diarree was. Toch was dit een vaak gebruikte techniek in die tijd. In Nederland paste professor Dr. J.A. Korteweg deze techniek in een wat gewijzigde vorm voor het eerst toe. Het verschil was dat hij de ureters in het sigmoïd net boven het rectum plaatste, in plaats van in het rectum zelf zoals Coffey deed.

 

Reservoir

In de tijd erna beschreven Zaayer en Schoemaker voor het eerst een techniek waarbij er een reservoir werd gemaakt van de dunne darm en zo een urostoma creëerde. De operatietechniek die deze chirurgen toepasten, zou pas populair worden in 1950, nadat Bricker dezelfde methode in de Verenigde Staten toepaste. In 1909 legde Schoemaker voor het eerst in de geschiedenis een urostoma aan bij een 18-jarige vrouw met een schrompelblaas wegens tuberculose. Professor Zaayer maakte in 1910 melding van twee door hem uitgevoerde operaties, waarbij hij een urostoma had aangelegd. (Bron afbeelding: het boek 'Een kwart eeuw stomazorg in Nederland')

 

Zuurvergiftiging

Daarna rond dezelfde tijd ontdekten Ferris en Oedel dat bij 80% van de patiënten met een Coffey-stoma er een zuurvergiftiging optrad doordat de urine weer in het lichaam werd opgenomen. Hierdoor verkozen ze toen de urostoma boven de Coffey-stoma.

 

Bricker

In 1950 ontwikkelde een Amerikaanse uroloog, Eugene Bricker, de urostoma die we nu kennen onder de naam 'Bricker procedure'. Van een klein stukje (10 tot 15 cm) van de dunne darm wordt een reservoir gemaakt om de urine vanuit de urineleiders in op te vangen. Van dat stukje darm wordt ook de daadwerkelijke stoma uitgang gemaakt door het door de buikwand iets naar buiten te brengen. Sinds de jaren ’50 is de Bricker procedure de meest gebruikte techniek voor een urostoma.

 

Continent urostoma

De eerste pogingen om een continent urostoma te creëren werden gedaan door Tizzoni en Foggi in 1888. In 1895 gebruikte Mauclaire het rectum als een reservoir voor urine. Deze twee vindingen waren essentieel voor de ontwikkeling van de moderne continent stoma: Kock stelde het principe vast van het gebruik van een stuk darm om zo een lage-druk reservoir te creëren, en Lapides maakte het katheteriseren populair. Door gebruik te maken van deze twee technieken, werd een verscheidenheid aan continent urostoma’s geïntroduceerd.

 

 

Indiana pouch

Een betrekkelijk nieuwe variant op de continent urostoma is de Indiana pouch. Deze operatietechniek is ontwikkeld door de heer Rowland en werd voor het eerst toegepast in 1987 in de Amerikaanse staat Indiana. Voor het inwendige reservoir wordt gebruik gemaakt van het laatste stukje van de dunne, en het eerste stukje van de dikke darm. Op de overgang tussen deze twee bevindt zich een natuurlijke klep die lekkage vanuit het reservoir voorkomt.

 

Lees de ervaringsverhalen over geschiedenis met een stoma

 

Mede gebruik gemaakt van de bron: Ostomy Association en het boek 'Een kwart eeuw stomazorg in Nederland'.

 

×